Gladheidsbestrijding

Dreigt het glad op de straat te worden? Dan strooien we de verharde wegen en fietspaden. We doen eerst de '1e strooiroute'. Wegen in de '2e strooiroute' strooien we pas bij extreem weer. Denk aan sneeuwval of ijzel en als we de 1e strooiroute onder controle kunnen houden.

We strooien met nat zout. Dit hecht zich direct aan het wegdek. Ook verspreidt het zich beter over het wegdek. En dringt het dieper in op het wegdek. Als het langer glad blijft, strooien we met droog zout.

Zeer strenge vorst

Bij zeer strenge vorst werkt het strooizout door de kou misschien niet zo goed. Dit betekent dat ook de gestrooide wegen en fietspaden glad kunnen zijn. Let bij zeer strenge vorst dus extra goed op gladde wegen of fietspaden. Vooral bruggen, op- en afritten en viaducten kunnen erg glad zijn.

De strooiroutes staan op de kaart hieronder.

1e strooiroute

De wegen in de 1e strooiroute zijn:

  • busroutes
  • routes voor hulpdiensten
  • wegen voor doorgaand verkeer
  • wegen die belangrijk zijn voor de bereikbaarheid van winkels, industrie en markt
  • hoofdwegen van woonwijken
  • fietsroutes tussen de dorpen en het centrum van Hardenberg en Dedemsvaart
  • routes voor de bereikbaarheid van het openbaar vervoer
  • fietsroutes die horen bij een fietsnetwerk (tussen de woonwijken en tussen woonwijken en het centrum)

2e strooiroute

De wegen in de '2e strooiroute' strooien we als het langer glad blijft. En als we de gladheid en sneeuwval op de 1e route onder controle kunnen houden.

Alle andere wegen strooien we niet. Rijkswaterstaat strooit de provinciale en rijkswegen.